5. Is het 'De reizigers wordt verzocht' of 'De reizigers worden verzocht'?
De vorm met worden heeft de beste papieren, maar beide vormen zijn juist.
Wat moet de NS omroepen? De reizigers wordt/worden verzocht om over te stappen. Over de vraag of het wordt of worden moet zijn, verschillen ook deskundigen. Als je het aan treinreizigers vraagt is de reactie vaak: 'Mijn taalgevoel zegt worden, maar ik heb wel eens gehoord dat het officieel wordt is.'
Als uw taalgevoel worden zegt, hebt u volkomen gelijk. Maar als u toch wordt kiest, doet u – heel begrijpelijk – aan 'grammaticale herinterpretatie'. De volgende miniles grammatica maakt dat hopelijk duidelijk. Als u de miniles liever beluistert, bekijk dan het filmpje.
Een miniles grammatica: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp
Stel, u geeft een feestje. U wilt uw buurman of uw buren uitnodigen. Dan kan dat zo:
- U vraagt de buurman. > De buurman wordt door u gevraagd.
- U vraagt de buren. > De buren worden door u gevraagd.
U is het onderwerp van de zin. Uw buurman ondergaat de handeling van het vragen, en is hiermee lijdend voorwerp. Het lijdend voorwerp kan onderwerp worden in een zin met worden (zie de zinnen na de pijltjes). En als dat onderwerp dan in het meervoud staat, komt het werkwoord ook in het meervoud: De buren worden.
Stel nu dat uw buurman komt, maar dat u te weinig stoelen hebt. U wilt graag dat de buurman stoelen meebrengt. In zo’n vraag kunt u de woorden aan en/of om gebruiken. Dat geeft verschillende mogelijkheden, met buurman en buren. Eerst met het woord om:
3a. U vraagt de buurman om stoelen. > De buurman wordt om stoelen gevraagd.
3b. U vraagt de buren om stoelen. > De buren worden om stoelen gevraagd.
Het lijdend voorwerp in 3a is de buurman en in 3b de buren. Zij ondergaan de handeling van uw vragen. Stoelen is in zowel 3a als 3b geen lijdend voorwerp door het woordje om. Misschien herinnert u zich nog dat een lijdend voorwerp nooit met een voorzetsel mag beginnen.
Nu kunnen we het woordje om ook weglaten, zoals in 4, en zelfs aan zetten voor De buurman, zoals in 5.
4. U vraagt de buurman stoelen. > De buurman wordt(?) stoelen gevraagd.
5. U vraagt stoelen aan de buren. > Aan de buren wordt(?) stoelen gevraagd.
Waarom kunnen we dat? Omdat vragen om stoelen ongeveer hetzelfde betekent als stoelen vragen. In zin 4 en zin 5 is dan niet de buurman of de buren, maar stoelen het lijdend voorwerp. De buurman of de buren wordt dan een meewerkend voorwerp. Ze verlenen hun medewerking door stoelen mee te nemen. Als de buurman of de buren meewerkend voorwerp is, dan volgt automatisch wordt en niet worden. De zin Aan de buren worden om stoelen gevraagd kan immers niet.
6a. U vraagt aan de buurman om stoelen. > Aan de buurman wordt om stoelen gevraagd.
6b. U vraagt aan de buren om stoelen. > Aan de buren wordt om stoelen gevraagd.
Samengevat: Als u worden zegt, zoals in 2, ziet u de buren als lijdend voorwerp. Dat is eigenlijk beter, want de buren ondergaan uw vraag en niet de stoelen. Van de stoelen zelf krijgt u heus geen antwoord als u iets vraagt. Als u wordt zegt, zoals in 6, maakt u van het deel met om een lijdend voorwerp, en van het oorspronkelijke lijdende voorwerp, buren, een meewerkend voorwerp.
Terug naar de zin De reizigers wordt/worden verzocht. Waar komt die vandaan? Die komt van:
7. De NS verzoekt (aan) de reizigers (om) over te stappen.
De reizigers – zonder aan – is lijdend voorwerp, net als in Ik vraag de buren. Die worden onderwerp in een zin met worden. Dus moet het zijn:
8. De reizigers worden verzocht om over te stappen.
Maar als u om weglaat in zin 8, neemt over te stappen de functie van lijdend voorwerp over, en moet reizigers meewerkend voorwerp worden, zeker als u er aan voor zet. En als dat aan voor reizigers staat, kan er ook weer om voor over te stappen staan. Het deel na om is een bijzin en krijgt daardoor een werkwoord in het enkelvoud: Overstappen bleek weinig tijd te kosten (niet bleken). En dan komt in een zin met worden ook enkelvoud:
9. (Aan) de reizigers wordt verzocht (om) over te stappen.
Bent u er nog? Wat is nu het beste? Als u met Aan begint, moet u uiteraard wordt zeggen. En ook als u met De reizigers begint, is wordt heel goed voorstelbaar. Maar met worden bewijst u dat u heel goed begrijpt wat een lijdend voorwerp eigenlijk is. Want de reizigers ondergaan de handeling van het werkwoord verzoeken.
Zie voor andere voorbeelden, en andere werkwoorden waarbij dit verschijnsel zich voordoet, de Schrijfwijzer, paragraaf 7.1.7. Of bekijk het filmpje waarin deze eeuwige taalvraag nog eens beeldend wordt uitgelegd.