Een woord(groep) waarnaar een voornaamwoord terugverwijst. In de volgende voorbeelden staat het antecedent dikgedrukt en het voornaamwoord is onderstreept: De jongen die daar loopt, De plank waarop het boek ligt, Zie je dat meisje, hoe ze daar staat!
Een antecedent kan ook ingesloten zijn in een betrekkelijk voornaamwoord: Wat je zegt, ben je zelf. Hier is het antecedent (dat) ingesloten in wat. Dit heet een ingesloten antecedent.