Er is een subtiel betekenisverschil.
lijken
overeenkomst vertonen met, er zo uitzien
Zij lijkt aardig, op het eerste gezicht.
Er lijkt daar toch wel iets ernstigs aan de hand.
schijnen
een bepaalde indruk maken, er zo uitzien; 'van horen zeggen'
Er schijnt daar toch wel iets ernstigs aan de hand.
Jan schijnt ziek te zijn. (Van wie heb je dat gehoord?)
Lijken en schijnen zijn in deze betekenissen koppelwerkwoorden, dus varianten van het werkwoord zijn: lijken betekent 'zijn in overeenkomst' en schijnen betekent 'zijn volgens een bepaalde indruk'. Bij lijken gaat het om een betekenis die lijkt op 'gelijken': Zij lijkt op haar moeder. Niet te verwarren met de betekenis 'aanstaan' in Dat lijkt mij wel wat. Schijnen heeft ook nog de betekenis 'van horen zeggen', dus dat je iets van anderen hebt gehoord.
Het onderscheid tussen 'overeenkomst vertonen met' (lijken) en 'een bepaalde indruk maken' (schijnen) is bijzonder subtiel. Want beide betekenissen overlappen met 'er zo uitzien'. Vandaar dat de woorden soms inwisselbaar zijn. Maar schijnen lijkt door het aspect 'indruk' iets subjectiever dan lijken. Dus de uitspraak Er schijnt daar iets bijzonders aan de hand te zijn is voorzichtiger dan Er lijkt daar iets bijzonders aan de hand te zijn, ook omdat de betekenis meespeelt dat de spreker het van horen zeggen heeft.