Er is een klein betekenisverschil.

 

oppervlak

buitenste of bovenste laag, oppervlakte
De regenwouden beslaan slechts zeven procent van het landoppervlak.

 

oppervlakte

grootte van het oppervlak, oppervlak
Een mooi chalet met een woonoppervlakte van 165 m2.

 

Oorspronkelijk was het onderscheid tussen deze woorden wiskundig zuiver: oppervlak voor het scheidingsvlak tussen object en omgeving, en oppervlakte voor de afmeting. Maar dit handige onderscheid tussen surface en area heeft het in de gewone omgangstaal niet gered. Tegenwoordig worden de woorden in elkaars betekenis gebruikt:

  • Een mooi chalet met een woonoppervlak van 165 m2.
  • Vreselijk hoe al die dode vissen langzaam naar de oppervlakte dreven!