Er is een betekenisverschil.
staanplaats
plaats waar je kunt staan, staplaats
Voor de streep geen staanplaatsen.
standplaats
plaats waar je staat voor beroepsuitoefening
Op deze markt zijn de standplaatsen erg goedkoop.
Staplaats komt veel minder voor dan staanplaats, maar staplaats is eigenlijk beter. Wij zeggen toch ook niet wandelenstok maar wandelstok, niet zittenvlak maar zitvlak. Standplaats heeft ook nog een biologische betekenis: 'plaats waar een bepaalde plant voorkomt'.
De woorden sta(an)plaats en standplaats worden door elkaar gebruikt als het activiteiten betreft: een marktkoopman heeft ook een staanplaats, en een caravan heeft ook een standplaats. Maar een concertbezoeker heeft geen standplaats, wel een sta- of staanplaats.
Het zou te ver gaan om onderscheid aan te brengen tussen een staanplaats in een bus en een staplaats bij een concert. Zo brengen wij ook geen onderscheid aan tussen bewegingloos en beweegloos, machtswissel en machtswisseling, tekeningsbevoegd en tekenbevoegd of welkombezoek, welkomsbezoek en welkomstbezoek.