Er is een betekenisverschil.

 

steigeren

krampachtig omhooggaan; woedend protesteren
Het voornemen om de dividenduitkering niet te laten stijgen deed de aandeelhouders steigeren.

 

stijgen

omhooggaan
Als het paard gaat steigeren wanneer je op wilt stijgen, moet je direct een klap met de zweep geven.

 

Steigeren is verwant aan stijgen; daarom is het merkwaardig dat we steigeren met ei schrijven. Ook een steiger is verwant met stijgen, maar een steiger is een houten kade of een stellage rond een gebouw, en een stijger verwijst bijvoorbeeld naar iets dat of iemand die omhooggaat: Dit aandeel is vandaag de grootste stijger.

 

De variatie ei-ij kent meer woordparen. Voor andere struikelblokken kijkt u bij bereiden / berijden.