De woorden betekenen hetzelfde, maar er is toch een onderscheid.
scheef
afwijkend van verticaal of horizontaal, niet de bedoeling
Deze toren begint op die van Pisa te lijken, hij staat al wat scheef.
schuin
afwijkend van verticaal of horizontaal, wel de bedoeling
Ze hebben daar een klimwand die schuin voorover hangt.
De betekenis is gelijk: ‘niet evenwijdig met iets anders’. Maar waarom zeggen we dan niet: hier scheef tegenover, scheefschrift, een scheefmarcheerder of een schuingezakt huis, een schuine kantlijn en een schuine neus? Een aannemelijke verklaring is dat het aspect ‘bedoeling’ een rol speelt. Een schuin dak is zo gebouwd. Maar als het dak scheef staat, is dat een fout. Je kunt iets met verstek schuin afzagen, maar als je iets scheef hebt afgezaagd, was dat niet de bedoeling. Een boekenkast kan scheef staan, maar bij een schuine boekenkast denken je toch eerder aan een bijzonder ontwerp met verspringende boekenplanken.
Een paar probleempjes misschien. We zeggen: Dat geeft scheve ogen. Maar we kunnen ook iemand schuins aankijken (met stuurse blik). Dat kan bedoeld of onbedoeld. En bij een schuine bocht (geen 90 graden) en een scheve bocht (wegdek helt een beetje in richting van de bocht) hoeft het verschil ook geen rol te spelen. Maar bij figuurlijk taalgebruik gaat het onderscheid weer wel op: de zaak loopt scheef, schuinsmarcheerder, schuine moppen.
Toegift: het verschil met krom? Dan gaat het om een ronding. Een scheve schaats (figuurlijk) is een niet-bedoelde afwijking, maar een kromme schaats moet je gewoon laten slijpen.