De woorden verschillen in betekenis.

 

basiliek                      

bouwvorm uit de Oudheid, eretitel voor kerkgebouw

 

De basiliek van Constantijn in Trier werd al vroeg in de middeleeuwen het paleis van de aartsbisschop.

 

kathedraal                

bisschopskerk 

 

De Dom van Utrecht is wel een kathedraal, maar geen basiliek.

 

Een basiliek (van het Griekse woord voor ‘koning’) was oorspronkelijk een rechthoekige bouwvorm met verhoogd middendeel en zuilengalerijen. Daar sprak de koning recht en werd handel gedreven. Een kathedraal is een kerk waar een bisschop zijn zetel, zijn ‘cathedra’ heeft. Aan een kathedraal werd soms de eretitel basiliek verleend, bijvoorbeeld als de kerk een belangrijke functie had als bedevaartsoord. 

 

 

Als u het verschil minder relevant vindt, kunt u in beide gevallen het woord dom (van het Latijnse ‘domus’, huis, gebruiken. Het woord wordt ook wel gelezen als afkorting van ‘Deo Optimo Maximo’. Dit betekent, ‘aan de grootste God gewijd’, maar dat zijn natuurlijk alle kerkgebouwen. Beide woorden in één zin: Nederland telt twee kathedrale basilieken, de Sint Jan in Den Bosch en de Sint Bavo in Haarlem.