De woorden worden door elkaar gebruikt maar verschillen wel in intensiteit, en soms ook subtiel in betekenis.
verlangen
heel graag willen, een grote behoefte aan iets hebben; eisen
- Ik verlang zo naar een paar dagen rust!
- U kunt inzage verlangen in de justitiële gegevens op uw strafblad.
wensen
graag willen
- U wenst een eenpersoonskamer?
- Nog een fijne verjaardag gewenst.
Zie voor het onderscheid met ‘hopen’ elders in het Verwarwoordenboek. Verlangen is doorgaans iets sterker dan wensen, en heeft nog een heel sterke betekenis in ‘eisen’.
Wensen lijkt soms iets concreter. Daarom ook spreken we eerder over woonwensen dan over woonverlangens. Ga ook eens na wat u zou antwoorden op de vragen Wat verlangt u? en Wat wenst u? Een verlangen komt eerder ‘diep van binnen’ uit en is ‘totaler’. Een verlangen lijkt meer affectief, en een wens meer cognitief. Een wens kun je vaak gemakkelijker concreet omschrijven.
De verschillen worden ook duidelijk uit het gebruik van deze woorden als zelfstandige naamwoorden in combinatie met een bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld seksuele verlangens en seksuele wensen. De geïnteresseerde lezer kan op internet makkelijk voorbeelden vinden.
Verlangen is al sterker dan wensen. Maar onze taal is extra behulpzaam bij het nog sterker uitdrukken van verlangens. Hier enkele voorbeelden, met stijgende intensiteit: begeren, hunkeren, snakken, smachten, popelen. En we kunnen zelfs naar ons lichaam verwijzen in ‘reikhalzen’ en ‘watertanden’. Dus, voor het uitdrukken van verlangen blijft er niets te wensen over.