Voorbeeld 3: Online wettekst Belastingdienst
Het CCC-model voor de analyse voor tekstkwaliteit kan voor verschillende soorten teksten worden gebruikt. Als voorbeeld volgt een analyse van een door de Belastingdienst herschreven online wettekst over de alleenstaande-ouderkorting. De analyse is geschreven door Tirza Cramwinckel¹ en gepubliceerd in Maandblad Belasting Beschouwingen 2014, nummer 7/8, pagina 300-311.
Op de website geeft de Belastingdienst informatie over allerlei fiscale regelingen. Hierbij staat de Belastingdienst continu voor de uitdaging om complexe wettelijke regels begrijpelijk over te brengen op burgers. Hieronder volgt de originele wettekst, met daarna een CCC-analyse van de informatie over de regeling van de alleenstaande-ouderkorting.
¹ Tirza Cramwinckel is promovenda bij de afdeling Belastingrecht van de Universiteit Leiden en tevens werkzaam op de praktijkgroep Tax bij Stibbe N.V. te Amsterdam. Zij studeerde Fiscaal recht en Nederlandse taal en cultuur aan de Universiteit Leiden.
Originele wettekst
Online herschrijving Belastingdienst
In de Wet Inkomstenbelasting 2001 is een regeling opgenomen waarin is bepaald dat alleenstaande ouders recht hebben op een speciale heffingskorting, de alleenstaande-ouderkorting, indien zij voldoen aan bepaalde voorwaarden.
Deze regeling is relatief eenvoudig: als voldaan is aan alle voorwaarden uit de wet, wordt de korting gegeven. De voorwaarden zijn bovendien feitelijk van aard, waardoor er in het algemeen weinig twijfel kan bestaan over of een voorwaarde wel of niet van toepassing is.
De Belastingdienst heeft de wettelijke regeling van de alleenstaande-ouderkorting op de website als volgt herschreven in begrijpelijke informatie:
Hieronder wordt aan de hand van het CCC-model geanalyseerd hoe de herschrijving is gemaakt en hoe de kwaliteit ervan beoordeeld kan worden. Voor elk van de vijf tekstniveaus worden de bijbehorende ijkpunten in onderlinge samenhang besproken. Tot slot volgt een verbeterde tekst.
Tekstniveau 1: Teksttype
De tekst betreft een vertaling van het wetsartikel over de alleenstaande-ouderkorting. De Belastingdienst wil informatie over de alleenstaande-ouderkorting overbrengen op de burger. De burger wil weten wanneer hij recht heeft op deze heffingskorting en aan welke voorwaarden hij moet voldoen. Het teksttype, een pagina op de website van de Belastingdienst, is geschikt voor het geven en vergaren van informatie.
Het is niet duidelijk welke rechten aan de informatie kunnen worden ontleend. Hoewel burgers ervan uit moeten kunnen gaan dat de informatie juist is, heeft de tekst op de website niet de juridische status van een wettekst. Bovendien is het algemene informatie, die niet is toegespitst op de situatie van een specifieke burger. Het zou duidelijker zijn om dit voorbehoud te vermelden, bijvoorbeeld onder aan de tekst.
Tekstniveau 2: Inhoud
Onder het tekstniveau Inhoud vallen de hoeveelheid informatie, de overeenstemming tussen de feiten en de juistheid van de gegevens. Een tekst geeft voldoende informatie wanneer vragen die door de tekst worden opgeroepen bij de lezer, beantwoord worden. Hoewel de informatie in grote lijnen begrijpelijk en voldoende lijkt, zou de tekst op een aantal punten duidelijker kunnen.
Ten eerste is het onduidelijk wat er precies met 'kind' wordt bedoeld. De tekst spreekt afwisselend over 'kind' in onpersoonlijke vorm (bijvoorbeeld 'kinderen', '1 kind', 'dit kind' en 'het kind' in regel 9, 10 en 11) en over het persoonlijke 'uw kind' (bijvoorbeeld in regel 15 en 18).
Wat voor een soort kind wordt er hier bedoeld? Is dit een 'biologisch kind' of een 'kind' in de algemene betekenis, waaronder bijvoorbeeld ook een pleegkind of een adoptiekind valt? Gaat de tekst telkens over hetzelfde kind of over verschillende situaties met verschillende kinderen? Uit de wet blijkt dat het gaat om een kind dat een bloed- of aanverwant is, maar dat onder een 'kind' ook een pleegkind wordt verstaan.
Aanbeveling: wees duidelijk en consequent. Het is juridisch juister (maar onpersoonlijker) om te spreken over 'een/dit kind' in plaats van 'uw kind'. Aangezien de Belastingdienst de voorkeur geeft aan een meer persoonlijke benadering, past 'uw kind' beter. Het moet dan wel duidelijk zijn dat onder dit begrip ook bijvoorbeeld pleegkinderen vallen. Dit kan door bijvoorbeeld via een hyperlink een toelichting op het begrip 'kind' te geven.
Een volgend punt dat duidelijker kan, is het gegeven dat een alleenstaande ouder moet voldoen aan alle voorwaarden om de alleenstaande-ouderkorting te krijgen. Bovendien moet hier meer dan zes maanden aan worden voldaan. In de tekst wordt dit pas duidelijk in de laatste alinea (regel 33). Het is duidelijker en correcter om dit aan het begin van de tekst aan te geven.
Aanbeveling: geef direct aan dat aan alle voorwaarden moet worden voldaan en dat er meer dan zes maanden aan al deze voorwaarden moet zijn voldaan (zie onder Tekstniveau 3: Opbouw voor een herschrijving). Om (typografisch) te benadrukken dat aan alle voorwaarden moet worden voldaan, kunnen de voorwaarden genummerd worden.
Op sommige punten is de informatie onvoldoende. Zo wordt in regel 8 gesproken over een termijn van 'meer dan 6 maanden'. Zijn dit zes aaneengesloten maanden? Of zes maanden binnen één (kalender)jaar? Uit de wettekst kan men afleiden dat de periode waarnaar verwezen wordt, zes achtereenvolgende maanden in één kalenderjaar betreft.
Een ander voorbeeld staat in regel 15, waar wordt gesproken over 'eigen inkomen' en 'vermogen'. Wat wordt hier precies mee bedoeld? Wat moet worden verstaan onder 'onvoldoende' vermogen om van te leven? Onduidelijk is bij welke omvang van het vermogen hiervan sprake is.
Inhoudelijk zijn de volgende juridische concepten naar begrijpelijke taal vertaald:
- De fiscaal-juridische woordgroep 'in belangrijke mate', gedefinieerd in de wet, is vertaald door een concrete invulling te geven, namelijk het bedrag van € 416 per kwartaal (regel 12).
- De wettelijke formulering 'hetzelfde woonadres (…) in de basisregistratie personen' wordt vervangen door het alledaagse taalgebruik 'bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres' (regel 14).
- Het bereiken van de AOW-leeftijd heeft gevolgen voor de hoogte van de alleenstaande-ouderkorting. De wettelijke systematiek die achter het berekenen van de hoogte van de korting zit, is voor AOW-gerechtigden vertaald naar concrete getallen (regel 23), opgenomen in een apart kader waarin wordt opgemerkt dat de AOW gevolgen heeft voor de hoogte van de korting (regel 27).
Tekstniveau 3: Opbouw
Dit onderdeel is gericht op voldoende samenhang (ijkpunt 7), een consequente opbouw (ijkpunt 8) en op het gebruik van correcte verbindingswoorden (ijkpunt 9). De opbouw van de informatie over de alleenstaande-ouderkorting lijkt op het eerste gezicht helder.
De informatie is als volgt opgebouwd: een titel, de hoogte van de korting, de voorwaarden, de verhoging op de korting, en ten slotte komt een uitzondering op de hoofdregel aan bod. Opvallend is dat een inleiding ontbreekt. Een inleiding is een goed middel om de lezer alvast te laten kennismaken met wat hij gaat lezen. Zo’n logisch begin komt de begrijpelijkheid ten goede.
Aanbeveling: introduceer het onderwerp door middel van een korte inleiding. Bijvoorbeeld: "Bent u een alleenstaande ouder? Dan hebt u mogelijk recht op korting. U krijgt de alleenstaande-ouderkorting als u meer dan zes achtereenvolgende maanden voldoet aan alle onderstaande voorwaarden."
De opbouw van de tekst is redelijk consequent. De inhoud komt overeen met de gebruikte kopjes in regel 1, 21, 27 en 32. Wel staan er in de tekst weinig verbindingswoorden (ijkpunt 9) zoals 'want', 'en', 'omdat'.
Dit is te verklaren vanuit de aard van de tekst: deze bestaat grotendeels uit een opsomming van voorwaarden. Bovendien moeten volgens de huisstijlnormen van de Belastingdienst zinnen eenvoudig worden gestructureerd . Dat wil zeggen: geen ingewikkelde bijzinnen, geen opeenstapeling van bijzinnen en geen tangconstructies. Doordat deze tekst bestaat uit een opsomming, eenvoudig geconstrueerde en relatief korte zinnen, en korte alinea's, zijn structuurwoorden hier ook niet nodig voor een goed begrip van de tekst.
Tekstniveau 4: Formulering
Het tekstniveau Formulering gaat over gepaste formulering (ijkpunt 10), eenheid van stijl (ijkpunt 11) en correcte zinsbouw en woordkeus (ijkpunt 12).
Over het algemeen is de tekst duidelijk en eenvoudig geformuleerd. Dit komt ook doordat deze regeling gaat over zaken die aansluiten bij het alledaags taalgebruik, bijvoorbeeld 'huishouding', het 'onderhouden' van een 'kind', of 'alleenstaande ouder'. Er komen weinig tot geen moeilijke woorden voor in deze tekst, al zijn er wel enkele begrippen die toch onduidelijk kunnen zijn, bijvoorbeeld 'fiscaal partner' of 'vermogen'.
Problematisch zijn begrippen die in de fiscale context een andere betekenis hebben dan in het dagelijks taalgebruik. Bijvoorbeeld het fiscaaltechnische begrip 'partner'. Fiscaal gezien is sprake van een 'partner' als voldaan is aan objectieve en wettelijk vastgestelde criteria. Anders dan in het dagelijks taalgebruik, speelt het hebben van een duurzame liefdesverhouding met een 'partner' geen rol. Opvallend is dat het wettelijke begrip 'partner' in de vertaling duidelijk zijn specifieke fiscale betekenis meekrijgt en wordt vertaald naar het jargon 'fiscaal partner'.
Aanbeveling: geef, waar mogelijk, voorbeelden. Bij 'vermogen' zou in dit geval kunnen worden verwezen naar de situatie dat een kind veel spaargeld heeft, of bijvoorbeeld een erfenis heeft gekregen van oma. Bovendien moet duidelijk worden vanaf welk bedrag er sprake is van 'vermogen'. Duidelijkheid geeft de burger zekerheid over de fiscale gevolgen van zijn situatie.
De tekst is over het algemeen consequent in terminologie, afgezien van het afwisselende gebruik van 'een kind', 'het kind' en 'uw kind', wat onder Tekstniveau 2: Inhoud al is besproken.
Als we kijken naar de wettekst in vergelijking met de vertaling, vallen op het niveau van de formulering de volgende zaken op:
- Het gaat niet over de 'belastingplichtige', maar de lezer wordt aangesproken met 'u'.
- Het begrip 'kalenderjaar' wordt concreet gemaakt met 'in 2014' (regel 6).
- De juridische formulering 'wordt in belangrijke mate onderhouden' wordt vervangen door een concrete invulling van dit begrip, namelijk een bedrag: '€ 416 per kwartaal' (regel 12).
- De juridische formulering 'hetzelfde woonadres (…) in de basisadministratiepersoonsgegevens' wordt vervangen door het alledaagse spraakgebruik 'bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres' (regel 14).
- Een onpersoonlijke en ingewikkelde constructie als 'wordt een kind dat (…) geacht tot het huishouden (…) te behoren en door hem in belangrijke mate te worden onderhouden' is vervangen door het actief geformuleerde 'Dan nemen wij aan dat u uw kind onderhoudt (…)' (regel 18).
- Het werkwoord 'bedraagt' is vervangen door 'is' in 'De alleenstaande-ouderkorting is € 947' (regel 3).
De door de Belastingdienst gekozen formuleringen maken de tekst duidelijker, eenvoudiger, aantrekkelijker en begrijpelijker, op het concreet maken van het jaartal en geboortejaar na. Door gebruik te maken van jaartallen (zoals '2014') en geboortejaren (zoals '1992') wordt de tekst afhankelijk van het moment van lezen. Waar in 2015 2014 'afgelopen kalenderjaar' is, is dit in 2016 al niet meer het geval. Hetzelfde geldt voor maximumleeftijden: in 2015 is iemand uit 2004 maximaal 16 jaar, maar in 2016 is deze persoon alweer maximaal 17.
Aanbeveling: vermijd concrete jaartallen en geboortejaren. 'Afgelopen kalenderjaar' blijft altijd correct, evenals een leeftijd ('16 jaar', '18 jaar'). Deze informatie is immers niet jaar-afhankelijk.
Tekstniveau 5: Presentatie
Op de presentatie van de informatie is niets aan te merken. De tekst is duidelijk en overzichtelijk weergegeven. Het onderdeel dat extra aandacht behoeft, staat in een geel blokje met 'Let op!' erboven, waardoor de lezer direct ziet dat dit een belangrijk punt is.
Er is één opmerking te maken over de correctheid van de spelling en interpunctie (ijkpunt 15), namelijk de spelling van 'alleenstaandeouderkorting'. Deze spelling is onjuist, omdat de Belastingdienst de schrijfwijze van Belastingwetten (Kluwer) aanhoudt. De correcte spelling is 'alleenstaande-ouderkorting'. In dit geval past de Belastingdienst zijn eigen norm niet toe.
Conclusie
Tot zover de analyse van een online herschrijving van een wettekst. Hierin zijn sommige juridische termen achterwege gebleven. Ook zijn zinnen korter gemaakt en eenvoudiger gestructureerd. Moeilijke woorden en juridische omschrijvingen als 'met geen ander dan kinderen' en 'basisadministratie persoonsgegevens' zijn vervangen door begrijpelijkere alternatieven. Ook zijn juridische begrippen als 'in belangrijke mate' concreet gemaakt door deze in te kleuren met cijfers. Hierdoor wordt de tekst begrijpelijker en duidelijker voor de burger.
Tegelijkertijd zijn de wijzigingen niet heel ingrijpend. In de vertaling is de oorspronkelijke wettekst duidelijk zichtbaar, zowel in de opbouw als qua formulering. Dit heeft ook te maken met de aard van de regeling: het gaat over concrete zaken, waarbij in het dagelijks taalgebruik in dezelfde terminologie wordt gesproken.
Wel roept de vertaling, ondanks de relatief duidelijke wettekst, toch op verschillende onderdelen vragen op, bijvoorbeeld of aan enkele of aan alle voorwaarden moet worden voldaan en hoe de termijn van zes maanden wordt vastgesteld.
Is het een inhoudelijk goede, begrijpelijke en logische tekst? Over het algemeen: ja. De vertaling lijkt goed geslaagd. Op een paar kleine punten zou de tekst echter nog beter kunnen.
Mogelijke herschrijving
Tot slot volgt een licht verbeterde tekst.