Het werkwoord in de zin dat de kern van het gezegde vormt: Dit wordt overlegd. Ga toch fietsen. Ik heb zitten slapen. Elke zin bevat slechts één hoofdwerkwoord. Een hoofdwerkwoord kan vergezeld gaan van een hulpwerkwoord.
Het werkwoord in de zin dat de kern van het gezegde vormt: Dit wordt overlegd. Ga toch fietsen. Ik heb zitten slapen. Elke zin bevat slechts één hoofdwerkwoord. Een hoofdwerkwoord kan vergezeld gaan van een hulpwerkwoord.