Als tekstschrijver woon je in een glazen huis. Je kunt je geen taalfouten permitteren. Maar wat heb je eraan dat je cv correct schrijft als alle lezers denken dat het CV moet zijn? Als je er naslagwerken bij moet halen om je gelijk aan te tonen. Wanneer gaat correct schrijven over in schoolmeestergedrag?
Natuurlijk, fouten leiden af van de inhoud van je verhaal. Maar goed woordgebruik doet dat soms ook. Lezers die aarzelen tussen ik geef het hen en ik geef het hun zullen elke keer als ze hun lezen geneigd zijn bij zichzelf na te gaan of dat woord daar wel goed is. En ook dat gaat ten koste van de aandacht voor je boodschap.
Wat is dan wijsheid? Bij een woord als cv kun je nog overwegen de regel te breken. Een afwijkende spelling van een afkorting is geen zwaar taalvergrijp. Liever de lezers op hun gemak stellen dan laten zien dat je weet hoe het hoort. Maar bij echte taalfouten is dat geen optie. Zelf ga ik daarom twijfelwoorden en –constructies zo veel mogelijk uit weg. Lastig? Net zoals er genoeg gerechten zijn waarbij geen vingerkom nodig is, zijn er bijna altijd genoeg andere manieren om je uit te drukken. Dan maar geen garnalen.
Dan maar geen garnalen
Toen koningin Juliana bij een staatsbanket een gast een vingerbakje zag leegdrinken, deed ze hetzelfde om hem op zijn gemak te stellen. Daarmee liet ze zien dat ze liever brak met een regel (een vingerkommetje is bedoeld om je vingers schoon te maken na het eten van garnalen) om een hoger doel te dienen (breng je gasten niet in verlegenheid). Zo invoelend zijn professionele tekstschrijvers meestal niet voor hun lezers. Ze houden zich angstvallig aan de taaletiquette, ook aan de regels die veel lezers niet eens kennen. Maar is dat altijd het beste?