De best mogelijke redacteur worden. Dat is het doel van de master Redacteur/editor aan de Universiteit van Amsterdam. In anderhalf jaar worden we klaargestoomd om bij een uitgeverij aan de slag te gaan. We leren alles over het boekenvak en zijn continu met taal en tekst bezig. Een goede redacteur moet feilloos weten wanneer een tekst goed geschreven is en moet kunnen aangeven wat mogelijke verbeterpunten zijn. Het beoordelen van teksten speelt dan ook een grote rol in de master. Wie les krijgt in tekstbeoordeling, krijgt vroeg of laat ook te maken met het CCC-model uit de Schrijfwijzer.
Columns
Lees de alledaagse taalkundige verwonderingen van Jan Renkema, auteur van de Schrijfwijzer en het Verwarwoordenboek, en zijn collega-taalliefhebbers, en laat je meevoeren door de wondere wereld van taal en tekst.
Redacteuren in de dop
Controleer wat je zegt
Vroeger was ik een enorme driftkop, en kon het minste of geringste me tot razernij drijven. Tegenwoordig heb ik dit behoorlijk goed onder controle, maar toch maak ik nog best wel eens ruzie. Ik ben namelijk geen groot fan van mensen die zeggen dat iets het geval is, zonder dat ze daar een onderbouwing voor hebben. Ik weet het, geen handige eigenschap in het feitenloze tijdperk, maar wat doe je eraan. Als ik zo'n uitspraak tegenkom, dan reageer ik toch vaak geprikkeld.
Afrikaans is nie Nederlands nie!
In mei gingen mijn man en ik op vroege zomervakantie naar Zuid-Afrika. Een ander continent en zo’n 13.000 kilometer verwijderd van Nederland, maar toch een feest der herkenning. De mensen om ons heen en op de radio zijn redelijk te volgen in hun moedertaal, en borden op straat lijken rechtstreeks geïmporteerd te zijn vanuit ons kikkerlandje. Een tikkeltje versimpeld, dat dan wel. Maar overduidelijk familie!
Taal, lekker gevarieerd
Taaladvies gaat over eindeloos veel verschillende kwesties, van uitspraak tot grammatica, en van zinsbouw tot woordgebruik. Heel veel van die adviezen hebben echter een fundamenteel kenmerk gemeen: ze keuren maar één vorm goed. Kijk zelf maar. Pak er een willekeurig taaladvies bij, en ik durf te wedden dat er meerdere opties worden gegeven, waarvan er dan maar één wordt geaccepteerd. Dit betekent automatisch dat er ook minstens één vorm wordt afgekeurd. Wat taaladvies dus doet, is uit de bestaande variatie één variant kiezen. De andere varianten worden langs de kant van de weg gezet.
Ontdekkingsreis
Mijn lieve kleine neefje is zo klein niet meer. Een paar weken geleden werd hij zeven jaar en dat maakt hem al een echte kerel. Petje achterstevoren op zijn hoofd, nieuwe rugzak op zijn rug – zelfs op mijn bescheiden leeftijd werd ik daar een tikje nostalgisch van. Maar hoewel je aan de ene kant zou willen dat ze altijd klein blijven, moet ik eerlijk toegeven dat ik het prachtig vind om te zien hoe ze de wereld steeds meer ontdekken. En nu Siebe ook het lezen en schrijven in no-time onder de knie begint te krijgen, kan de taalfanaat in mij haar hartje ophalen.
Natuurlijke taal
Taaladvies geeft mensen advies over welke taalvormen liever wel of niet worden gebruikt. Soms wordt zo’n advies plompverloren gepresenteerd: ‘Kost duur’ is fout, moet zijn ‘is duur’ of ‘kost veel’. In de meeste gevallen worden adviezen ondersteund met argumenten. Een bepaalde taalvorm wordt afgekeurd omdat die onlogisch is, of lelijk. Omdat het woordenboek zegt dat die fout is, of omdat de katholieken het gebruiken. Of omdat iets ‘tegennatuurlijk’ is. Tegennatuurlijk, een taalvorm die dus niet volgens de natuur is. Dat is een argument dat verdieping verdient, in een Boekenweek met als thema ‘Natuur’.
Vreemd voer
Het Nederlands barst van de ogenschijnlijk doodnormale woorden die we zonder met de ogen te knipperen voor waar en logisch aannemen. We zijn immers niets anders gewend. Maar als je er eens wat langer bij stilstaat, zie je pas hoe vreemd sommige woorden zijn. Laten we eens beginnen in de voorraadkast.
Een taalkundige terugblik op 2017
Het einde van het jaar (of het begin van het nieuwe jaar) is voor velen een moment om terug te blikken op de voorgaande driehonderd-nog-wat dagen. Wat heb ik bereikt dit jaar, wat heb ik geleerd? Wat ga ik dit jaar proberen vol te houden en wat ga ik zeker anders doen? Ook diverse taalgenootschappen en instanties grepen de kans om 2017 te evalueren en schreven een verkiezing uit voor het irritantste woord én het mooiste woord van het jaar.
Subjectieve spreekwoorden
Het mooie aan spreekwoorden en gezegden is dat je vaak met een ogenschijnlijk irrelevante vergelijking perfect kunt verwoorden wat er speelt. Iedereen snapt de link met het kuddegedrag in ‘als één schaap over de dam is …’, iedereen kent de nostalgische gevoelens bij ‘zoals het klokje thuis tikt …’. Maar het leukste zijn eigenlijk nog de variaties die mensen op spreekwoorden verzinnen. Feitelijk onjuist, maar vaak niet minder scherp!
Afgetroefd door een 6-jarige taalknobbel
Mijn neefje is een kritische eter. Vooral gezonde groene maaltijdonderdelen worden massaal vermeden en we doen tijdens onze oppasmomenten dan ook ons best om wat zeldzame groenten naar binnen te krijgen. Afgelopen week waren hij en zijn zusje weer bij ons. Halverwege het avondeten kwam ineens de openbaring: “Ik lust ook sla!” Opgelucht schoof ik het bakje groenvoer in zijn richting. “Néé,” schoof hij het bestraffend terug, “Ik lust wel sla, maar ik wil het niet. Dacht je dat ik dat bedoelde?”
Afknippen, bijknippen of gewoon knippen?
Het begon op een familiebarbecue. Ik sta inmiddels al lang en breed bekend als taalmuts. En aangezien ik de taalkronkels van mijn (schoon)familie wel vaker voorbij laat komen in mijn columns, wordt er tegenwoordig volop meegefilosofeerd als er aparte woorden voorbijkomen. Zo ook toen recente activiteiten met een afkortzaag aan bod kwamen. ‘Afkortzaag,’ werd er gebulderd, ‘alsof je ook een bijzaag kunt hebben! Of een verlengzaag!’ Alle blikken op mij. ‘Ja Margot, waar slaat dat nou op?’
Verloedering of verrijking?
“Lekker op stap met me sgatje!” Liefdevol bedoeld, maar ik krijg er de rillingen van. Dat ‘sgatje’, nou vooruit. Je gaat mij niet vertellen dat de schrijver niet weet dat dit eigenlijk met ‘ch’ hoort, dus zolang hij het enigszins privé houdt gaat hij zijn gang maar. Dat ‘me’ baart me meer zorgen. Zou het onderscheid tussen het bezittelijk voornaamwoord ‘mijn’ en het persoonlijk voornaamwoord ‘me’ werkelijk niet begrepen worden, of is het pure desinteresse en/of rebellie?
Zweden, het land van knäckebröd en wegenwacht
Vooropgesteld: Zweden is een van de mooiste, groenste en schoonste landen waar ik ooit geweest ben. We hebben er begin juni twee weken mogen rondrijden, en dagelijks verbaasden we ons over het gebrek aan zwerfafval en de overdaad aan bomen en bloemen. Op een paar tegenvallertjes na (regen, regen, regen en een ingeslagen autoruit) hebben we dan ook volop genoten van het land, de mensen en uiteraard de taal.
Mooie woorden maken mooie beloften
In de kantine op mijn werk ligt sinds een week of twee een A4-tje met ‘noodinformatie’, zoals de locatie van AED’s op ons bedrijvenpark. Waar? Jazeker, het bedrijvenpark. Niet dat er maar één noemenswaardige vierkante meter groen te vinden is, maar de toon is gezet: ons bedrijf is mooier gevestigd dan andere bedrijven op die honderden al dan niet groene bedrijventerreinen in het land.
Less is more
Het Engels is verwant aan het Nederlands, net als het Duits. Om die reden gaat het leren van die talen ons over het algemeen gemakkelijker af dan andere talen. Zelf was ik overigens juist vele malen beter in Frans dan in Duits, maar als je objectief naar de talen kijkt zijn er inderdaad veel overeenkomsten tussen het Nederlands, Engels en Duits te ontdekken. De verschillen zijn echter een stuk leuker om te benoemen.
Stof, kruimels of lucht?
Het is natuurlijk maar net waar je zoal over na wilt denken, maar tijdens mijn wekelijkse rondje met onze lompe stofzuiger verlangde ik ineens heimelijk naar een handzamer model. Je weet wel, geen stofzuigertje of ministofzuiger, maar een kruimeldief. Het meest voorspelbare commentaar daargelaten (met een stofzuiger zuig je ook kruimels!) – waarom die verschillende benamingen voor twee vrijwel identieke apparaten?
Vader of moeder?
In de krant stond laatst een artikel waarin een vrouw haar liefde voor haar land van herkomst uitsprak. Vol vervoering vertelde ze over haar ‘moederland’. Ik was even in de war: moest dat geen ‘vaderland’ zijn? Nee, zo blijkt: ‘moederland’ bestaat ook en beide betekenen ‘land van oorsprong’. Maar waarom gebruikt de een dan ‘vader’ om ernaar te verwijzen en de ander ‘moeder’?
Een mooie honingmaanreis
Wat een paar maanden geleden nog zo ver weg leek, is inmiddels alweer lang en breed voorbij: op 16 september zijn mijn vriend (nu Mijn Man) en ik in het spreekwoordelijke huwelijksbootje gestapt, waarna onze wittebroodsweken konden beginnen. Voor ons waren het eigenlijk meer witte-rijstweken, aangezien we drie weken op Indonesië hebben gebivakkeerd. Maar waar komt de term ‘wittebroodsweken’ dan toch vandaan?
Hoe is het mogelijk?
Stel je bent journalist. Je bent er vrijwel zeker van dat de bron van je verhaal de waarheid vertelt. En je hebt de feiten gecontroleerd. Gebruik je dan het woord 'mogelijk' in je artikel? 'Mogelijk' in de betekenis van 'het kan zijn dat...'?
Maak je pitchtekst beeldend en concreet
Een tijdje terug zat ik op vrijdagmiddag plots in een vakjury. Bij de Hogeschool Utrecht, afdeling Communicatie & Journalistiek. Tweedejaarsstudenten moesten pitchen; zichzelf presenteren als merk. Ik werd als jurylid gevraagd omdat ik trainingen geef over bloggen en personal branding. Best spannend hoor, zo’n jury. Het voelde een beetje als op de draaistoel zitten bij The Voice, stel ik me zo voor.
De raadsels van het huwelijk
Met nog maar twee weken te gaan, beginnen de kriebels nu toch wel te komen. Op 16 september zeg ik mijn vrijgezellenbestaan namelijk vaarwel en stap ik met mijn geliefde in het huwelijksbootje! En aangezien ik inmiddels aan weinig anders kan denken, leek deze column me een goed moment om de diverse zegswijzen en spreekwoorden die aan het huwelijk verbonden te zijn, nader te onderzoeken.
Opbouw
Een projectleider in de bouw benaderde me eens met de vraag of ik naar hun plan van aanpak wilde kijken bij een aanbesteding van een grote sporthal. 'We bieden een heel goed ontwerp tegen een scherpe prijs, maar het lukt toch niet goed om het project te winnen. Hoe kunnen we dat verbeteren?' vroeg hij.
Een goede( )morgen, alstublieft
Over het algemeen is de conducteur zo’n bekend fenomeen in het openbaar vervoer, dat hij nog maar zijn hoofd om de deur van de coupé hoeft te steken om mensen al naar hun tas te doen grijpen. Begrijpelijk dan ook dat hij (of zij) niet altijd de moeite neemt om bij elke passagier weer het riedeltje te herhalen: ‘Goedemorgen, mag ik uw vervoersbewijs even zien, alstublieft?’ Laatst had de conducteur er duidelijk geen zin in, want het enige wat eruit kwam was ‘Een goede( )morgen alstublieft’. Alsof hij een bestelling doorgaf bij de bakker. En het werkte!
Stijlfiguren: uitspraken met een knipoog
Bij een omkering beweer je iets terwijl je eigenlijk het tegenovergestelde bedoelt. Waarom je dat zou willen? Voor meer effect natuurlijk! Als je glimlachend roept: “Dat is een gezellige knul”, en daarbij wijst op een puber die met druk bewegende duimpjes alleen aandacht heeft voor zijn iPhone, dan maak je een duidelijk punt. De kans is zelfs groter dat je zijn of haar aandacht trekt, dan wanneer je zou vragen om de telefoon even terzijde te leggen. Dat valt altijd fout.
Zotte zegswijzen
Mijn geliefde schoonvader komt uit een dorp nog geen tien kilometer van Roosendaal, en hoewel ik niet wil beweren dat Roosendaal een noemenswaardige stad is, zijn er soms flinke taalbarrières tussen mij en het mooie doch iets minder urbane ‘Nipse’ (Nispen). Schoonvader is hier trots op en maakt er een sport van nieuwkomers in de familie te testen met de vreemdste uitspraken. De afgelopen jaren heb ik mijn vocabulaire dan ook flink weten uit te breiden.
Verloedering of verrijking?
“Lekker op stap met me sgatje!” Liefdevol bedoeld, maar ik krijg er de rillingen van. Dat ‘sgatje’, nou vooruit. Je gaat mij niet vertellen dat de schrijver niet weet dat dit eigenlijk met ‘ch’ hoort, dus zolang hij het enigszins privé houdt gaat hij zijn gang maar. Dat ‘me’ baart me meer zorgen. Zou het onderscheid tussen het bezittelijk voornaamwoord ‘mijn’ en het persoonlijk voornaamwoord ‘me’ werkelijk niet begrepen worden, of is het pure desinteresse en/of rebellie?