Bij Van Dale wordt het woord door ‘het publiek’ gekozen; bij Onze Taal zit er ook een vakjury bij. Dit leverde dagobertducktaks (Van Dale) en rampvlucht (Onze Taal) op als winnaars. Ietwat verschillend in ernst, maar de rest van de top-3 ging redelijk gelijk op: moestuinsocialisme en stemfie bij Van Dale tegenover vergeetverzoek en jihadganger bij Onze Taal.
Maar welke van die woorden vertelt nu écht hoe 2014 was? Zelf had ik nog nooit van dagobertducktaks gehoord, al kan ik de originaliteit waarderen. Hetzelfde geldt voor moestuinsocialisme. Rampvlucht is wat minder ‘nieuw’, maar wel sprekender voor afgelopen jaar. Wat typeert eigenlijk de typering van een jaar? Is dat nieuwigheid, grappigheid of actualiteit?
Misschien kan er in het vervolg beter een woord voor elke categorie bedacht worden. Stemfie zou naar mijn mening dan een goede kans maken op het gebied van (flauw) populair taalgebruik, rampvlucht op het gebied van actualiteit en vergeetverzoek wellicht op het gebied van eh, impopulaire actualiteit? Of misschien is een ‘Woord van de Maand’-verkiezing een goed idee. Een voorzetje voor januari: winterloosheid, studievoorschot (lees: sociaal leenstelsel), of Hebdo-isme?
Zelfs een maand is al lastig in één woord te vangen. Maar gelukkig is onze taal (of in ieder geval de taalgebruiker) zo inventief om woorden als dagobertducktaks en stemfie mogelijk te maken. Dan blijft de taal verbazen of verwonderen, maar hoe dan ook fascineren – en dat is waar het uiteindelijk om draait.