Gierig geeft een egoïstisch gevoel, vrekkig zelfs. Vreemd, aangezien je bij nieuwsgierigheid niet per definitie de neiging hebt de verkregen informatie voor je te houden. Is nieuwsgek dan niet beter, of nieuwshebberig? Alles beter dan een woord waardoor je de indruk krijgt dat het nieuws niet verder gedeeld gaat worden.
Gelukkig kan Onze Taal het -gierig in nieuwsgierig verklaren; gierig heeft hier namelijk een oude betekenis, ‘verlangend naar’. Niets egoïstisch dus, simpelweg behoevend. Hetzelfde geldt voor het woord wraakgierig, dat ‘verlangend naar wraak’ betekent. Een egoïstische interpretatie van dat woord zou ook wat lastig zijn, want hoe kun je wraak voor jezelf houden?
In ieder geval maakt de nieuwe, bekendere gierig-betekenis nieuwshebberig een betere kandidaat, of zelfs nieuwsgeil. Bij het wraakgedeelte wordt dat wat vreemd (wraakgeil, tja), maar niemand zal twijfelen aan je bedoeling. Zo blijkt maar weer dat logica niet altijd bepalend is in taal, ook al is dat misschien waar we naar gieren, eh, verlangen.
Nieuwsgierig of nieuwsgeil?
De een vindt het een goede eigenschap, de ander een negatieve: nieuwsgierigheid. Wikipedia omschrijft het als het ‘natuurlijk onderzoekend gedrag’ van mens en dier en ‘het emotionele aspect dat leidt tot verkenning, onderzoek en leren’. De behoefte aan informatie dus. Maar waarom is het eigenlijk nieuwsgierig?