Een woord dat een handeling, gebeurtenis, proces of toestand aanduidt: werken, vullen, zitten. Van een werkwoord kan, op een enkele uitzondering na, een persoonsvorm gemaakt worden met ik, jij, hij, enz. Werkwoorden kunnen sterk (onregelmatig), zwak (regelmatig), onvolledig, samengesteld, wederkerend en wederkerig zijn. Als het werkwoord geen hulpwerkwoord of koppelwerkwoord is, is het een zelfstandig werkwoord.