Inleiding Verwarwoordenboek
Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.
U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.
Verwarwoordenboek
Er is geen betekenisverschil.
driedubbel
drievoudig
Haak verder met drie gewone stokjes, twee dubbele stokjes en een driedubbel stokje.
drievoudig
driedubbel, driemaal
Zij veroverde de gouden plak op drie onderdelen en werd daarmee drievoudig kampioen.
Het woord dubbel betekent 'twee', maar met een ander telwoord dan twee betekent het 'maal' of '-voudig'. Het woord tweedubbel in de betekenis 'tweemaal' is een uitzondering. Strikt genomen is dit woord tautologisch, want tweedubbel betekent eigenlijk 'twee maal twee'. Dus voor een tweedubbel span paarden zijn vier paarden nodig.
In regenpauzes op tennisbanen wil de vraag nog weleens opkomen of je eigenlijk niet moet spreken over tweedubbelspel in plaats van over dubbelspel. Maar voor één spel zijn twee personen nodig, dus zouden er acht personen op het veld moeten staan voor een tweedubbelspel.
(Goedemorgen, Glasfix klachtenservice. Flard van een gesprek:) Kortom, u denkt dat uw energierekening zo hoog is omdat u in onze driedubbele beglazing maar drie lagen telt, en u zes lagen had verwacht. Dan verbind ik u even door met onze taaldienst. Ja, voor de duidelijkheid is het beter om te spreken van drielaags, net zoals bij lamelparket, pettycoats en zonnecellen.
Er is een betekenisverschil.
tweejaarlijks
één keer per twee jaar
Onze gemeente heeft een tweejaarlijkse cultuurprijs ingesteld.
tweejarig
twee jaar durend, twee jaar oud
We hebben deze spelers een tweejarige aanbieding gedaan.
Het onderscheid kan nuttig zijn wanneer je wilt intekenen op een cursus. Als het een tweejarige cursus is, bent u twee jaar bezig. Als het een tweejaarlijkse cursus is, loopt u de kans dat de cursus pas volgend jaar wordt gegeven. Bij andere periodeaanduidingen bestaat een soortgelijk verschil: tweewekelijks is 'om de week', en een tweeweekse weersvoorspelling blikt veertien dagen vooruit.
Tweejaarlijks wordt soms ook geïnterpreteerd als 'twee keer per jaar', maar daarvoor hebben we toch echt het woord halfjaarlijks. X-jaarlijks betekent 'één keer per x jaar', dus de Olympische Spelen worden vierjaarlijks gehouden, en een biënnale is een tweejaarlijkse kunstmanifestatie.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik en combinatiemogelijkheden.
-loos
zonder (accent ligt op 'afwezig')
In tijdloze muziek speelt de tijd, de periode van ontstaan, geen rol.
on-
zonder (vaak met negatieve bijbetekenis)
Een ontijdig bericht komt niet op het goede moment.
Soms spelen ook andere betekenisaspecten een rol, zoals in enkele van de volgende woordparen:
- bewusteloos / onbewust (onbewust is niet altijd negatief)
- machteloos / onmachtig
- mateloos / onmatig (mateloos drinken is even erg als onmatig drinken)
- meedogenloos / onmeedogend (zonder meedogen is nooit goed)
- nodeloos / onnodig
- redeloos / onredelijk
- rusteloos / onrustig
- smakeloos / onsmakelijk (beide negatief in smakeloos eten en een onsmakelijke grap)
- straffeloos / ongestraft (met werkwoord: ~ je gang gaan)
- wetteloos / onwettig
- wezenloos / onwezenlijk (Hij keek wezenloos. De situatie is zo onwezenlijk.)
- zedeloos / onzedig
- zinloos / onzinnig (zonder doel en 'nonsens')
Onmeedogenloos zou 'heel erg zonder meedogen' betekenen. Dit is echter een contaminatie van meedogenloos en onmeedogend. En, zedeloos gedrag en onzedig gedrag betekenen wel hetzelfde, omdat zedeloos niet 'zonder zeden', maar 'zonder góéde zeden' betekent. Ja, met elk betekenisonderscheid is wel wat loos.
En waarom hebben we eigenlijk geen onzorgelijk, terwijl we wel zorgeloos hebben? Spreken we dan van onzorgvuldig? Misschien is het wel niet wat het lijkt, zoals in loos alarm. Slim eigenlijk van onze taal, net zo slim als dat meisje dat daar laatst zo loos was.
Er is een betekenisverschil.
à
per stuk
Wij kunnen tien apparaten leveren à € 30.
ad
tegen (een bedrag van)
Wij vragen een aanbetaling ad € 100.
Het woord à betekent ook nog 'tot', zoals in 5 à 6. Maar de afstand moet dan wel kort zijn. Dus niet: Zij wandelen per dag 10 à 30 km. Ook komt het voor in aan het Frans ontleende uitdrukkingen: à la carte eten. Het Latijnse ad is ook een heel formeel woord voor met betrekking tot, in of bij: een verklaring ad artikel 3, het ad 4 gestelde.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.
De oorspronkelijke vorm is aanbeeld, maar aambeeld is ook goed. De n wordt als m geschreven doordat in de uitspraak nb mb wordt. Wij horen aambellen, aambidden en ombenul, maar in de spelling behouden wij de n. Het woord aambeeld is de enige uitzondering. Deze uitzondering is nu gebruikelijker dan het oorspronkelijke aanbeeld.
Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Kijk ook bij:
- akkefietje / akkevietje
- alchemie / alchimie
- alliteratie / allitteratie
- bandjir / banjir
- bastaard / basterd
- chagrijnig / sacherijnig
- destilleren / distilleren
- doorn / doren
- flossen / vlossen
- friet / frites
- heer / heir
- heremetijd / heremijntijd
- horen / hoorn
- interest / intrest
- kieviet / kievit
- lantaarn / lantaren
- linkmichel / linkmiegel
- literatuur / litteratuur
- mama / mamma
- naïviteit / naïveteit
- orang-oetan / orang-oetang
- papa / pappa
- parcours / parkoers
- plafon / plafond
- prakkeseren / prakkiseren
- regiem / regime
- secondair / secundair
- spinaker / spinnaker
- stampei / stampij
- stechelen / steggelen
- voorn / voren
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik.
schrijven aan / schrijven naar
Ik ga een brief schrijven aan mijn oude vriendin in Australië.
schrijven naar / schrijven aan
Ik ga een brief schrijven naar de Commissie Bezwaarschriften.
Schrijven aan klinkt iets persoonlijker dan schrijven naar. Er is geprobeerd om een onderscheid te maken tussen personen (aan) en instellingen (naar), zoals in de voorbeelden hierboven. Maar dit onderscheid heeft niet of nauwelijks ingang gevonden.
De variant schrijven naar heeft wel vaak de voorkeur wanneer het om een afdeling gaat: ik stuur een brief aan B en W klinkt prima, maar stuur deze brief aan de afdeling PZ klinkt vreemd. Als het accent ligt op de verzending aan (of naar) een adres, heeft naar de voorkeur.
Vorig jaar is een poging gedaan om schrijven naar te bekritiseren als contaminatie van schrijven aan en sturen naar, althans zo werd verondersteld. Maar dan moeten in de vorige zinnen ook drie andere, allang ingeburgerde contaminaties vermeden worden: bekritiseren (uit beoordelen en kritiseren), vorig jaar (uit het vorige jaar en verleden jaar) en veronderstellen (uit vermoeden en onderstellen). Schrijf dus rustig een brief naar uw oude vriendin.
Er is een klein betekenisverschil.
een reeks aan
een grote hoeveelheid die onbepaald is of waarvan het niet nodig is om die te benoemen
Dit tv-programma vormde de inspiratiebron voor een reeks aan spelshows.
een reeks van
een grote hoeveelheid die min of meer bepaald of benoembaar is
Ook met deze maatregel blijven wij nog zitten met een reeks van problemen.
Na woorden die een (grote) hoeveelheid aanduiden, zoals aanbod, assortiment, overdaad, variëteit, is doorgaans zowel aan als van mogelijk. Soms is er een subtiel verschil: het voorzetsel aan wijst eerder op wat er komt, en het voorzetsel van beschrijft eerder de hoeveelheid zelf. Bij andere woorden die als aanduiding voor hoeveelheid kunnen worden gebruikt, zoals een wirwar ... informatie en een storm ... protest, bestaat een voorkeur voor van, omdat het accent vaak ligt op de bijzondere aanduiding voor de hoeveelheid.
Ook bij andere aan-van-variaties zou men kunnen denken aan zo’n subtiel betekenisverschil, bijvoorbeeld ter nagedachtenis aan en ter nagedachtenis van. Bij ter nagedachtenis aan ligt het accent iets meer op de persoon, en bij ter nagedachtenis van meer op de nagedachtenis. Maar taalgebruikers die dit verschil niet aanvoelen, zijn heus niet onderontwikkeld in taalgevoel.
Onze taal kent ook elders de mogelijkheid om een van de twee leden van een combinatie meer op de voorgrond te plaatsen. Vergelijk:
- Een aantal argumenten is nog niet genoemd.
(het accent ligt eerder op het aantal)
- Een aantal argumenten zijn nog niet genoemd.
(het accent ligt eerder op de argumenten)
Hoe het ook zij, doorgaans zijn aan en van uitwisselbaar, zoals in een zee aan ruimte en een zee van ruimte. Slechts in een enkel geval heeft een van de twee voorzetsels de voorkeur. Als u aan of van al gebruikt hebt in een zin, klinkt het andere voorzetsel daarna net iets prettiger:
- Het Chinees lijdt nu ook aan een toevloed van Engelse woorden.
- De Chinese premier sprak onlangs van een toevloed aan Engelse woorden.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.
De oorspronkelijke vorm is aanbevelenswaardig. Het deel voor -waardig is een werkwoord, aanbevelen, en geen zelfstandig naamwoord, aanbeveling. Wij zeggen immers ook niet meldingswaardig, maar meldenswaardig. Ook is het begerenswaardig, betreurenswaardig en noemenswaardig.
Toch is de variant aanbevelingswaardig ook in woordenboeken opgenomen. U kunt het dus niet fout doen. Is dit niet wetenswaardig? Ook wetenswaard(ig) is dat de vormen zonder -ig niet afkeurenswaard(ig) zijn, maar dat de vormen met -ig veel gebruikelijker zijn, en daarmee meer prijzenswaard(ig). Zie ook:
Er is een betekenisverschil.
aangedaan
bewogen, ontroerd
Toos was aangedaan door het gesprek.
ontdaan
ontsteld, van streek
Simone was erg ontdaan door het verlies van haar oma.
In beide gevallen is iemand emotioneel geraakt. Maar ontdaan is iets sterker en vaak ook negatiever dan aangedaan.
Onze taal kent talrijke woorden voor positieve oordelen. En dat is heel mooi. Maar onze taal geeft weinig houvast als het gaat om mogelijke verschillen in betekenis of gebruik. En dat is minder mooi. We beperken ons tot zeven algemenere aanduidingen.
aangenaam
graag te ondergaan
- Aangenaam kennis te maken.
- We hadden een aangename vakantie.
fijn
helemaal aangenaam
- Dat is echt een fijne kerel.
- We hadden een fijne vakantie.
gezellig
aangenaam met anderen
- Ook als je geen drankje schenkt, kan het gezellig worden.
- We hadden een gezellige vakantie.
heerlijk
aangenaam, met wat overdaad
- We hebben met dat verrassingsmenu heerlijk getafeld.
- We hadden een heerlijke vakantie.
leuk
aangenaam, met humor of vermaak
- Die flauwe grapjes van jou, en jij maar denken dat je leuk bent.
- We hadden een leuke vakantie.
plezierig
het effect van aangenaam: dat je ervan geniet
- Door dat gedoe over de heg is de verhouding met de buren verre van plezierig.
- We hadden een plezierige vakantie.
prettig
het effect van aangenaam: iets minder sterk dan ‘plezierig’
- Ik wil graag daar zitten. Dit vind ik geen prettige stoel.
- We hadden een prettige vakantie.
Het gaat om zo algemeen mogelijke aanduidingen. Dus woorden als genoeglijk, plezant en verrukkelijk doen niet mee. Want genoeglijk is een wat ‘behaaglijker’ vorm voor ‘knus’, plezant is Vlaams voor ‘plezierig’, en verrukkelijk heeft een duidelijk versterkende betekenis.
We zien ook af van andere betekenissen, bijvoorbeeld fijn in de betekenis ‘kwetsbaar’: de fijne was. En dan nog: het zijn er maar zeven. We hadden ook kunnen zeggen Het was een mooie vakantie. Of iets afgezwakt: We hadden een aardige vakantie. Zie trouwens voor het verschil tussen aardig en leuk elders in het Verwarwoordenboek.
Het wat meer vormelijke of ouderwetse woord aangenaam geeft de basisbetekenis. In dit woord zit het woord ‘nemen’. Dus: iets om aan te nemen. Het woord fijn komt van het Latijnse woord dat we ook kennen voor grens, het woord ‘finis’, maar dan in de betekenis ‘tot in alle uithoeken’ of ‘helemaal’. In gezellig zit het woord ‘gezel’ voor vriend. In heerlijk zit het woord ‘heer’. Dus heerlijk is aangenaam zoals je dat als gewone arbeider niet kent. Tot zover zijn de betekenisnuanceringen redelijk duidelijk. Ook is dan verklaarbaar waarom we al deze aanduidingen kunnen gebruiken voor een vakantie.
Toch blijven de verschillen vaag. Is er meer duidelijkheid te verkrijgen? Dat zou kunnen door een woord te kiezen, een woord dat bij een persoon hoort (bijvoorbeeld ‘stem’ of ‘uiterlijk’) en een woord dat bij een zaak hoort, bijvoorbeeld ‘inrichting’ of ‘weer’. En dan eens kijken of elk woord erbij past. Hieronder de voorbeelden, met daarbij onderstreept, de woorden die vreemd klinken.
- Stem Zij heeft een aangename, fijne?, gezellige, heerlijke, leuke, plezierig, prettige stem.
- Uiterlijk Hij heeft een aangenaam, fijn, gezellig, heerlijk, leuk, plezierig, prettig uiterlijk.
- Inrichting De inrichting van dit huis is aangenaam, fijn, gezellig, heerlijk, leuk, plezierig, prettig.
- Weer Het weer is aangenaam, fijn, gezellig, heerlijk, leuk, plezierig, prettig.
Dit soort voorbeelden zijn gemakkelijk te verzinnen. En waarschijnlijk kunnen taalgebruikers het ook snel eens worden over vreemde combinaties. Neem bijvoorbeeld de vraag of je van iemand kunt zeggen dat die een fijne stem heeft? Ja, wel in de betekenis ‘ijl’ of dun’, maar dat is iets anders dan de betekenis ‘aangenaam’. Soms is iets goed te verklaren. Bijvoorbeeld dat gezellig wel past bij inrichting, en niet bij de andere woorden. Het woord gezellig roept het aspect sociaal op, en dat is bij het woord ‘inrichting’ heel goed voorstelbaar, met meer mensen in één ruimte. Maar soms is iets onverklaarbaar. Waarom kun je geen ‘heerlijke inrichting’ zeggen en wel ‘heerlijk weer’. Echt iets om over na te denken tijdens een … vakantie.
Er is een klein betekenisverschil.
aanhalerig
heel aanhalig
Onze poes is erg mauwerig en aanhalerig.
aanhalig
knuffelig
Ik vind het niet prettig dat de broer van mijn vriend zo aanhalig is naar mij.
O ja, en hij is aanhalig kan natuurlijk ook betekenen dat iemand veel bronnen aanhaalt. Als iemand een tekst schrijft die van citaten aan elkaar hangt, kun je zeggen dat zo iemand aanhalerig is. Zie ook:
Er zijn meer bijvoeglijke naamwoorden met een vorm op -ig en een vorm op -erig. Het paar houtig / houterig verschilt nogal in betekenis ('houtachtig' en 'stijf'). Maar bij andere paren is er geen betekenisverschil: lawaaiig / lawaaierig, mallotig / malloterig, pietluttig / pietlutterig, stoffig / stofferig.
Eigenlijk schenden de paren waarbij geen betekenisverschil ontstaat het Von Humboldt-principe (zie de inleiding van dit verwarwoordenboek). Soms is onze taal echter niet logisch. Het is helaas ook niet duidelijk waarom onze taal naast gelig niet gelerig (geel gevlekt?) heeft, en naast slaperig (in de ochtend?) niet slapig (in de avond?).
Deze woorden betekenen precies hetzelfde!
aanhouden
arresteren
Agenten wilden de man gisteren aanhouden bij een muziekfestival.
arresteren
aanhouden
De politie kon vijf verdachten arresteren. De zesde wist te ontsnappen.
Het gaat in beide gevallen om het ontnemen van bewegingsvrijhoud door de politie. Maar is er echt geen verschil? Al eerder wees ik op de taalwet van Von Humboldt die stelt dat elke taal streeft naar een een-op-eenrelatie tussen vorm en betekenis van woorden. Dus, een taal houdt er niet van dat twee woorden precies dezelfde betekenis hebben. Maar het lijkt net of ze bij de politie wel van dubbelgangers houden. (Spannend, zoals in een detective, maar ook verwarrend.)
Vreemd. Je zou volgens deze taalwet verwachten dat bij twee gelijke woorden betekenisverschil ontstaat. Bijvoorbeeld dat bij arresteren meer het accent ligt op ‘ook meenemen naar het bureau’. Maar nee, ook aanhouden heeft deze betekenis. De politie staat dus boven de taalwet?
En dan te bedenken dat de politie nog twee heel aparte woorden heeft met houden. De politie kan iemand staande houden: aanspreken op fout gedrag met als mogelijk gevolg een waarschuwing of een bekeuring. En de politie kan iemand stilhouden: iemand aanspreken zonder dat die ergens van verdacht wordt. Als ik nog eens een politievoorlichter zie, dan zal ik als taalagent die voorlichter eerst stilhouden, en als die niet openstaat voor mijn bezwaren, vervolgens staande houden, en als die dan moeilijk gaat doen, vraag ik aan de Nederlandse Taalunie of ik die persoon mag aanhouden!
Je zou ook mogen verwachten dat in dit geval toch een van de twee woorden verdwijnt. En dat dat dan het woord zou zijn dat ook nog andere betekenissen heeft. Maar nee, ook hier een uitzondering. Weet u wel hoeveel betekenissen aanhouden nog meer heeft? Gekmakend veel. Elf!
Elf betekenissen van aanhouden (arresteren niet meegerekend)
- Tegenhouden: ’s Ochtends om 9.00 uur werd ik aangehouden voor een blaastest.
- Aanspreken: Je kunt ook een agent aanhouden als je de weg niet weet.
- Aandringen: Ik weigerde, maar zij bleef maar aanhouden.
- Aan het lichaam houden: Hier mag je je schoenen niet aanhouden.
- Niet losmaken: Honden aan de lijn houden.
- In werking houden: Zullen we het licht aanhouden?
- In bezit houden: Je moet wel een buffer aanhouden voor slechtere tijden.
- In een richting gaan: Ik zei toch dat je links moest aanhouden.
- Voortduren: De kans is groot dat de droogte blijft aanhouden.
- Volhouden: De aanhouder wint.
- Uitstellen: Voorstel: dit agendapunt aanhouden.
Dat is een mooi taalspelletje! Zo veel mogelijk betekenissen in een zo kort mogelijk verhaaltje: Wij gaan u aanhouden, ja u kunt uw kamerjas … Geef uw inzendingen hieronder. De prijs? Een exemplaar van het Verwarwoordenboek.
O ja, en het zou helemaal mooi zijn wanneer u ook nog andere, minder gangbare betekenissen erin kunt verwerken. Vanuit Vlaanderen werd ik erop gewezen dat aanhouden daar ook ‘vreemdgaan’ kan betekenen: Hij houdt aan met de vrouw van zijn overbuurman. Veel inspiratie.
Er is geen betekenisverschil, maar wel een (gedeeltelijk) verschil in gebruik.
- De stijging van de grondstofprijzen was aanleiding tot / voor prijsverhoging.
- De stijging van de grondstofprijzen was aanleiding om de prijs te verhogen.
Aanleiding kan met tot of voor, zonder betekenisverschil.
Om wordt gebruikt bij een werkwoord met te. En natuurlijk is er ook nog naar aanleiding van, dat men nogal eens foutief gespeld ziet als na aanleiding van. Dezelfde voorzetselvariatie bestaat trouwens ook bij reden: een reden tot / voor / om.
De woorden betekenen hetzelfde, maar verschillen in perspectief.
aanmeren
een boot vastleggen aan de wal (de passagiers gaan aan land)
Oranjestad op Aruba heeft een haven waar grote cruiseschepen kunnen aanmeren.
afmeren
een boot vastleggen aan de wal (het gaat om het schip)
Het schip kampte met een lekkage en is daarom in Tholen afgemeerd.
Eerst even een detailvraag. Is in de volgende zin nog een woordje ‘aan’ vergeten?
- Het schip meert aan de kade van Wagenborgen in de haven van Delfzijl.
Nee, er zou nog een ‘aan’ kunnen staan na ‘Wagenborgen’. Maar dat hoeft niet. Want meren betekent ook ‘aanmeren’. Sterker nog: oorspronkelijk was het meren. Het ‘aan’ is er later bij gekomen. Zoiets als ‘uit’ bij ‘uitproberen’, en ‘in’ bij incalculeren.
Langs aanlegsteigers wil je nog wel eens een van de volgende drie opmerkingen horen.
– Hè! Aanmeren is toch fout, je gaat van het water of van het meer af naar de haven, dus moet het afmeren zijn. Aanmeren doe je als weer terug het water op gaat.
Tja, op de meeste boten ligt geen etymologisch woordenboek, maar tegenwoordig valt ook via een mobieltje te achterhalen dat het ‘meren’ in deze werkwoorden van een oud Germaans woord komt dat ‘vastbinden’ betekent. Taalkundigen vermoeden hierin het woord ‘mêre’ voor grenspaal of grens, en zien ook een verwantschap met het Latijnse ‘murus’ voor muur. Dus aan- of afmeren gaat niet over water, maar over een grens of een kade. En trouwens, voor weer het water opgaan, kennen we ook nog het woord ‘ontmeren’ (een aangemeerd schip losmaken).
– Aanmeren is fout, want het is een contaminatie van ‘aanleggen’ en ‘afmeren’.
Maar dan is ‘aanbevelen’ ook een contaminatie van ‘aanraden’ en ‘bevelen’. En dan is ‘aankopen’ ook een contaminatie van ‘aanschaffen’ en ‘kopen’. En, wat dan nog? Wat is er mis met een goede contaminatie met een eigen betekenisnuance?
– Aanmeren is het schip naar de wal manoeuvreren en afmeren is het schip vastleggen aan een ring of paal.
Mooi gevonden, maar zo worden de woorden niet gebruikt. Wel lijkt dit onderscheid op het verschil in perspectief: aanmeren is naar de wal gaan om daar iets te doen, en afmeren gaat over het schip zelf. Met deze informatie kun je zonder verdere discussie na een dagje zeilen snel aanmeren als je ergens iets wilt drinken, uiteraard nadat de schipper de boot goed heeft afgemeerd.
Er is een betekenisverschil.
aanname
veronderstelling of hypothese
De afzetmogelijkheden zijn uiteraard niet meer dan een aanname.
aanneming
aanbesteding; het aannemen van een besluit
Bij de overheid is de aanneming van werken of diensten aan strikte regels gebonden.
De gemeenteraad besluit morgen over aanneming van het besluit over renovatie van het dorpscentrum.
Woorden op -name, zoals aanname en toename, werden vroeger als germanisme beschouwd en werden daarom soms geweerd. De vormen op -ing hadden de voorkeur. Maar een woord als toeneming komt nauwelijks meer voor. Zie ook:
Er is een betekenisverschil.
aansluiten bij
van een persoon naar iets menselijks (een groep of visie)
Ik sluit mij aan bij een partij.
aansluiten aan / op
van zaak naar zaak
Ik sluit een luidspreker aan op een versterker.
Aansluitend op de cursus.
Er is een betekenisverschil.
aansprakelijk
verplicht om de gevolgen van iets te aanvaarden
Ondernemers zijn aansprakelijk voor hun eigen handelingen en voor die van hun bedrijf.
verantwoordelijk
verplicht om voor iets te zorgen
Onze afdeling is verantwoordelijk voor het milieubeheer.
Het woord verantwoordelijk betekent ook 'veeleisend' of 'met veel verantwoordelijkheden': een verantwoordelijke baan. Zie ook onverantwoord / onverantwoordelijk en verantwoordelijkheid / verantwoording.
Er is geen betekenisverschil, wel een verschil in gebruik.
Kennelijk zijn wij lui als het om tellen gaat, want onze taal is heel rijk aan woorden voor een onbepaalde hoeveelheid. Als de aantallen wat groter zijn, is het begrijpelijk dat we ons ervan afmaken met: menig, menigeen (nogal formeel), nogal wat en tal van.
Met de laatste twee wordt trouwens ook vaak uitgedrukt dat we niet zo veel verwacht hadden. Maar als het aantal veel kleiner is, willen we vaak ook niet precies zijn, en gebruiken we: een paar, enkele, enige, sommige, een stuk of wat, diverse. De woorden staan hier in volgorde van minder naar meer.
Paar heeft ook vaak de betekenis 'twee'. De aanduidingen meerdere, verscheidene en verschillende geven nog weleens aanleiding tot meningsverschillen. Zie enige / enkele / ettelijke / meerdere / sommige / verscheidene / verschillende.
Er is geen betekenisverschil, maar wel (gedeeltelijk) verschil in gebruik.
aanvraag om
accent ligt op verzoek om ergens voor in aanmerking te komen
Mijn aanvraag om een voorlopig rijbewijs is afgewezen.
aanvraag van
accent ligt op verzoek om iets te leveren
Wat hebt u nodig voor de aanvraag van een paspoort?
aanvraag tot
vaak met een werkwoord of woord op -ing (iets plechtiger)
Wilt u een parttimeopleiding volgen? Doe dan een aanvraag tot toelating.
aanvraag voor
accent ligt op verzoek om iets te verkrijgen
Deze ouders deden voor hun kinderen vorig jaar ook al een aanvraag voor vakantieverlof.
De voorzetsels geven geen verschil in betekenis, maar behalve aanvraag om en aanvraag voor zijn ze niet inwisselbaar. Misschien wordt aanvraag om daarom weleens beoordeeld als contaminatie. Het zou een vermenging zijn van aanvraag voor en verzoek om, maar dit is te streng.
Er is geen betekenisverschil, wel een verschil in stijl.
Sommige woorden hebben een meervoud op -en en op -s. Doorgaans is er geen betekenisverschil, wel kan er een stijlverschil zijn. Dit is niet alleen zo bij dit woordpaar, maar ook bij:
- ambtenaars / ambtenaren
- censoren / censors
- eigenaars / eigenaren
- gemeenten / gemeentes
- handelaars / handelaren
- hypothesen / hypotheses
- keuzen / keuzes
- leraars / leraren
- radiatoren / radiators
- redacteuren / redacteurs
- sensoren / sensors
- zonen (gebieden) / zones
- zonen (mannelijke kinderen) / zoons
Het stijlverschil is te herleiden tot de volgende verschijnselen:
- De vormen op -en of -n (keuzen) klinken deftiger dan de vormen op -s (keuzes).
- De vormen op -en of -n (leraren) worden meer in de schrijftaal gebruikt en de vormen op -s (leraars) meer in de spreektaal.
- In een enkel geval wordt een vorm op -s meer gebruikt in de vaktaal: een jurist spreekt eerder van wetsartikels dan van wetsartikelen.
- In sommige gevallen hanteert men in Nederland de vorm op -en: artikelen, leraren, redacteuren en in Vlaanderen de vorm op -s: artikels, leraars, redacteurs.
- In sommige gevallen is er wel verschil in betekenis, zoals bij portieren / portiers. Voor meer voorbeelden daarvan kijkt u bij curatoren / curators.
Er is een betekenisverschil.
aarde
onze planeet
De aarde is vanaf de zon gerekend de derde planeet, en is voor meer dan zeventig procent bedekt met water.
wereld
alles wat zich op aarde bevindt; heelal
Onze wereld zit toch vreemd in elkaar.
Tegenwoordig geldt de bigbangtheorie voor het ontstaan van onze wereld als verouderd.
Bij aarde gaat het om ‘onze planeet’ met zijn fysieke eigenschappen, vandaar ook aarde in de betekenis van ‘grond’. Bij wereld gaat het om onze planeet bezien vanuit de menselijke samenleving.
Het woord wereld kan ook gebruikt worden om negatieve aspecten van het menselijk samenleven te benadrukken, zoals in Hij ging naar een klooster in India om de wereld te ontvluchten. Maar gelukkig kan het ook minder negatief: Hij is een man van de wereld. Het betekenisverschil (fysiek tegenover menselijk) blijkt ook duidelijk uit onze woordkeus. Wij noemen een aardmannetje geen wereldmannetje, en we spreken niet over een aardehit maar een wereldhit. Laatste voorbeeld, Alleen op de aarde zou betekenen dat je de enige mens bent op onze planeet, maar Alleen op de wereld betekent dat je eenzaam bent te midden van andere mensen.
Er is een betekenisverschil.
aartsbisschop
het hoofd van de bisschoppen in een kerkprovincie
De kerkprovincie Nederland wordt bestuurd door de aartsbisschop van Utrecht en nog vier bisschoppen; Nederland kent dus vijf bisdommen (kerkelijke regio’s).
kardinaal
een aartsbisschop die ook ‘minister’ is van de paus
Hij was eerst priester, toen deken, en daarna bisschop. En direct toen hij aartsbisschop werd, is hij door de paus tot kardinaal gecreëerd (benoemd).
Een deel van de kardinalen is lid van de Romeinse Curie, het hoogste kerkelijke bestuursorgaan in Rome. Wanneer de paus terugtreedt of overlijdt, kiezen de kardinalen een nieuwe paus. In kleding zijn aartsbisschop en kardinaal te onderscheiden door het hoofdkapje. Een aartsbisschop draagt een paars kapje, een kardinaal een rood kapje.
Het gaat hier om twee geheel verschillende takken van sport.
abseilen
met behulp van een touw afdalen van een steile wand
- Volgend jaar hebben we weer echt een doe-vakantie: een week abseilen in de Ardennen
paragliden
met een zweefscherm zo lang mogelijk in de lucht blijven
- Bij paragliden start je meestal al lopend van een helling tot het scherm je optilt.
Kenners van berg- en luchtsport tonen zich altijd zeer verbaasd over een mogelijke woordverwarring. Maar zo vreemd is dat toch niet. Je kunt ook paragliden boven water met een bootje dat je omhoogtrekt. Dan heet het parasailing. En met ‘sailing’ komt je dicht bij ‘seilen’. Bovendien is het bij paragliden de kunst om zo lang mogelijk afstand te houden van de helling. En die afstand roept dan misschien ook het ‘ab’ van ‘abseilen’ op. Maar voor de leken onder ons: wij hoeven alleen de illustraties bij deze tekst te onthouden.
Verwarwoordenblog
Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl