De nadruk die een woord(deel) krijgt bij het uitspreken ervan. Ik denk dat de bui óverdrijft. Hij is altijd aan het overdríjven. In tekstverwerker ligt de hoofdklemtoon op tekst en een bijklemtoon op wer.
Vaktermen
Zowel in de Schrijfwijzer als op deze website is het gebruik van vaktermen zo veel mogelijk vermeden. Waar nodig is direct beknopt uitleg gegeven. Wanneer de uitleg onvoldoende is, kan deze lijst mogelijk uitkomst bieden. Let op: het gaat om vereenvoudigde definities.
Klemtoonteken
Het teken ´ op letters, dat gebruikt wordt om aan te geven waar de klemtoon valt: vóórkomen – voorkómen.
Klinkerbotsing
Het naast elkaar staan van twee klinkerletters die ten onrechte samen als één klank kunnen worden gelezen: geëist (ee), coöperatie (oo), na-apen (aa), macro-economie (oe).
Klinkerletter
De vijf letters a, e, i, o en u (en soms ook de y). De naam voor de Californische reuzenpijnboom bevat de vijf klinkerletters: sequioa.
Koppelteken
Het –teken. Het koppelt twee woorden of woorddelen aan elkaar: Noord-Nederlands, minister-president.
Koppelwerkwoord
Een werkwoord dat een eigenschap koppelt aan een onderwerp: Marie is ziek. De koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en vóórkomen. Zie ook naamwoordelijk gezegde.
Leenwoord
Een woord dat met zijn betekenis is ontleend aan een andere taal, bijvoorbeeld sauna uit het Fins of hangmat uit het Spaans (een verbastering van hamaca).
Lemma
Het eerste woord van een artikel of de 'ingang' in een naslagwerk (een woordenboek of een encyclopedie).
Lettergreep
De lettergreep of syllabe is de reeks letters van een woord die in één keer kan worden uitgesproken. Eigenlijk de 'greep' aan klanken die in één beweging van het spraakorgaan kan worden geproduceerd: woord - deel, let - ter - greep.
Lettervormwoord
Een woord dat verwijst naar de vorm van een letter: H-profiel, S-bocht.