Vaktermen
Zowel in de Schrijfwijzer als op deze website is het gebruik van vaktermen zo veel mogelijk vermeden. Waar nodig is direct beknopt uitleg gegeven. Wanneer de uitleg onvoldoende is, kan deze lijst mogelijk uitkomst bieden. Let op: het gaat om vereenvoudigde definities.
Samengesteld werkwoord
Een werkwoord bestaande uit een werkwoord en een woord uit een andere woordsoort, bijvoorbeeld een zelfstandig naamwoord (adem + halen) of een voorzetsel (over + drijven). Een samengesteld werkwoord kan scheidbaar zijn – De bui drijft over – of niet-scheidbaar: Hij overdrijft.
Samengestelde zin
Een zin bestaande uit twee hoofdzinnen of een hoofdzin met een of meer bijzinnen.
Samenstelling
Een combinatie van woorden die zelfstandig kunnen voorkomen: boek + deel, moeder + taal. Een samenstelling heeft één (hoofd)klemtoon. Vergelijk de twee bijna identieke woordcombinaties in de volgende zin: Dit échtpaar vormt een écht páár. Echtpaar is een samenstelling; een echt paar niet. Woorden die beginnen met voorvoegsels zoals macro-, micro- en mini- worden ook als samenstelling beschouwd: microkosmos, minideeltje. Zie ook afleiding.
Samentrekking
Het weglaten van een woord(deel) dat ook elders in de zin voorkomt: land- en tuinbouw. Hij heeft mij bestolen en (hij heeft mij) bedrogen.
Soortnaam
De naam van een soort, bijvoorbeeld beuk, dier. Een eigennaam kan als soortnaam gebruikt worden. De persoonsnaam Colbert duidt nu een kledingstuk aan: een colbert. De eigennaam verliest dan met de unieke verwijzing de hoofdletter. Ook aardrijkskundige namen en merknamen kunnen soortnaam worden: cognac, maggi.
Stam
Het hele werkwoord min -en: wandelen – wandel (of min -n zoals bij doen). De stam is doorgaans gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord: bind, mors, enz. Alleen bij werkwoorden op -ven en -zen , zoals leven en verhuizen, is er verschil tussen de stam en de ik-vorm. Hier eindigt de stam op v of z: leev of verhuiz.
Stemhebbend, stemloos
Een klank is stemhebbend wanneer de stemband meetrilt, bijvoorbeeld: b, d, g. Een klank is stemloos wanneer de stemband niet meetrilt, bijvoorbeeld: p, t, k. De klinkers zijn stemhebbend. Het verschil in stem is voelbaar door een hand op je hoofd te leggen: bij het uitspreken van een stemhebbende klank is er spanning voelbaar in de opperhoofdhuid, bij een stemloze klank niet.