Er is een betekenisverschil.
baan
weg zonder hindernissen
Op de Rijssenhoutse Baan komen geen stoplichten, maar rotondes.
laan
weg met aan beide kanten bomen
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.
pad
smalle weg (doorgaans buiten de stad)
Gisteren hebben we een heel eind gewandeld over het Pieterpad.
steeg
smalle weg in de stad (begrensd door muren)
Die smalle steegjes, daar zou ik ’s avonds nooit in durven.
straat
weg met plaveisel
In het centrum is altijd wel een straat opgebroken.
weg
strook grond geschikt voor verkeer
In allerijl werden de wegversperringen langs de boulevards verwijderd.
Er zijn uiteraard nog meer aanduidingen voor 'wegen': boulevard bijvoorbeeld, dat van bolwerk komt, en eerst 'wandelplaats rond vestingwallen' betekende en later 'brede straat in een stad of aan de zee'. En allee is een dure laan. Een huis aan de Herwijnenallee is lommerrijker en vooral ook duurder dan een huis aan de Herwijnenlaan.
Omdat er in de afgelopen eeuwen nogal wat is veranderd, maar de namen gelijk zijn bleven, vinden we nu paden in steden en banen met veel hindernissen. Veel van de verschillen lichten op wanneer woorden voor weg 'opnieuw' gecombineerd worden:
— fietsweg?
Nee, die strook is smaller dan de weg voor de auto’s.
Dus ook geen autopad.
— glijpad?
Nee, glijbaan; want het gaat om 'hindernisvrij'.
— straatversperring?
Nee, want het gaat om 'ongeschiktheid voor verkeer'.
— de allee der deugd?
Als dat zou kunnen ... Troost u: er is geen baan naar de hel.
Tot slot: is een rijbaan een rijstrook? Ja, maar een baan kan soms ook uit meer rijstroken bestaan. En heel verwarrend: een tweebaansweg met op elke baan vier rijstroken heet een achtbaansweg.